Het regende zojuist, het is koud. We lopen naar het graf. De dragers en ik doen het laatste stukje alleen.
De heren zetten de kist precies goed op het graf. Het regent niet meer. Ze halen het kiststuk eraf en leggen
het voor het graf, met de linten leesbaar. De overige bloemen worden gehaald bij de belangstellenden die
deze meegedragen hebben. Terwijl ze de bloemen nog aan het schikken zijn links en recht van het graf komt
de uitvaartleidster kijken of alles netjes is, voordat zij de mensen uitnodigd voor het laatste afscheid.
Zij bukt zich naar het stuk wat vooraan ligt, maar waarvan de linten net in een plasje liggen.
Ze pakt het stuk op en gaat staan met een lint in haar hand en roept verontwaardigd naar de dragers:
"Heren ik heb een natte slip"
Meteen daarna krijgt ze een rood hoofd en ik pies bijna in mijn broek. Zij biedt meteen haar verontschuldigingen
aan maar de heren hadden het niet eens gehoord. Maar ik wel. Gelukkig houd ik mijn gezicht nog keurig in de plooi.
Op de terugweg liep ik alleen en moest hartelijk lachen om het voorval. Zie mijn collega en probeer te vertellen
wat ik zojuist had meegemaakt en zeg als opening: "Pieste net bijna in mijn broek!"
Waarop zij zegt: 'Ja, dat heb ik ook met dit weer, van de warmte in de kou, ik ga elke keer.'
RD
De heren zetten de kist precies goed op het graf. Het regent niet meer. Ze halen het kiststuk eraf en leggen
het voor het graf, met de linten leesbaar. De overige bloemen worden gehaald bij de belangstellenden die
deze meegedragen hebben. Terwijl ze de bloemen nog aan het schikken zijn links en recht van het graf komt
de uitvaartleidster kijken of alles netjes is, voordat zij de mensen uitnodigd voor het laatste afscheid.
Zij bukt zich naar het stuk wat vooraan ligt, maar waarvan de linten net in een plasje liggen.
Ze pakt het stuk op en gaat staan met een lint in haar hand en roept verontwaardigd naar de dragers:
"Heren ik heb een natte slip"
Meteen daarna krijgt ze een rood hoofd en ik pies bijna in mijn broek. Zij biedt meteen haar verontschuldigingen
aan maar de heren hadden het niet eens gehoord. Maar ik wel. Gelukkig houd ik mijn gezicht nog keurig in de plooi.
Op de terugweg liep ik alleen en moest hartelijk lachen om het voorval. Zie mijn collega en probeer te vertellen
wat ik zojuist had meegemaakt en zeg als opening: "Pieste net bijna in mijn broek!"
Waarop zij zegt: 'Ja, dat heb ik ook met dit weer, van de warmte in de kou, ik ga elke keer.'
RD