Als startende ondernemer zit ik op kantoor bij een grote uitvaartondernemer. De directrice, een keurige en aardige dame, ontvangt mij in haar kantoor. Ze is in pak en heeft haar haren in een knot. We spreken wat over de branche, over mij als starter en over wat zij als bedrijf voor mij zouden kunnen betekenen. Verzekeringen komen ter sprake.
Ik vraag op een gegeven ogenblik (misschien naïef):
'Wat als ik een polis van u tegenkom?'
"Daar blijft u vanaf en dan bel je ons", zegt ze meteen scherp en kijkt al stukken minder aardig.
'Oh', zeg ik en kijk haar uitdagend aan met een glimlach; 'En wat als ik toch zo'n uitvaart uitvoer omdat de mensen mij willen hebben?'
"Ja, dat gaat u niet leuk vinden." Ze glimlacht nu ook.
'Want?'
"Oh, nou ik wil u niet bedreigen of zoiets. Het is gewoon van collega tot collega respectvol om van elkaars uitvaarten af te blijven."
'Hmmm, klinkt toch als een verkapt dreigement.'
"Nee, hoor zo moet u het niet zien."
Ik vraag op een gegeven ogenblik (misschien naïef):
'Wat als ik een polis van u tegenkom?'
"Daar blijft u vanaf en dan bel je ons", zegt ze meteen scherp en kijkt al stukken minder aardig.
'Oh', zeg ik en kijk haar uitdagend aan met een glimlach; 'En wat als ik toch zo'n uitvaart uitvoer omdat de mensen mij willen hebben?'
"Ja, dat gaat u niet leuk vinden." Ze glimlacht nu ook.
'Want?'
"Oh, nou ik wil u niet bedreigen of zoiets. Het is gewoon van collega tot collega respectvol om van elkaars uitvaarten af te blijven."
'Hmmm, klinkt toch als een verkapt dreigement.'
"Nee, hoor zo moet u het niet zien."